Steeds vaker begeleiden we dialogen. In tijden van escalatie en verharding van het publieke debat, is er grote behoefte aan een begripvol gesprek. Er hoeft niet perse een tastbaar resultaat uit te komen. De dialoog is niet oplossingsgericht. Maar deelnemers komen wel tot elkaar. Waarom werkt dat in de praktijk? En waarom werkt het bij conflictbeslechting?

Gesprek over de opgave

Dialogen zijn gericht op het bevorderen van wederzijds leren over uiteenlopende kennisclaims en standpunten. We zien dat terug in dialogen over het klimaatbeleid en de huisvesting van kwetsbare groepen in de stad. De deelnemers zijn het vaak oneens over de vraag wat het doel van beleid zou moeten zijn. Of zij hebben andere ideeën over de manier waarop de beleidsdoelen het beste zijn te halen. Denk aan problemen met het opvangen van vluchtelingen. Het is makkelijk om in een verhit maatschappelijk debat verzeild te raken. Maar de oplossing komt daarmee niet dichterbij. Maatschappelijke groepen en overheden maken zich druk over puzzelstukjes, maar komen er nooit aan toe om naar elkaar te luisteren of goed gehoord te worden. Laat staan om zich een beeld te vormen over het geheel aan perspectieven. Een dialooggroep doorbreekt die fragmentatie als de deelnemers hun gedachten delen en samen nadenken over de opgave.

Nieuw begrip

In het dagelijks spraakgebruik worden gesprek, discussie, debat en dialoog vaak door elkaar gebruikt. Een dialoog heeft wel een specifieke betekenis. David Bohm (2013) zegt daarover: “[door dialoog] kan er in een groep een [..] dynamiek van betekenisgeving ontstaan, waaruit een nieuw begrip voortkomt.” In een dialooggroep proberen mensen dus niet iets in te brengen wat zij al weten, maar om samen iets nieuws te creëren. Bohm zet dat af tegen discussie, waarin perspectieven worden uitgewisseld, maar er geen nieuw perspectief ontstaat. Een succesvolle dialoog is vooral een collectief denkproces, waar niemand probeert de ander te overtuigen van zijn eigen veronderstellingen. In die zin is deelnemen aan de dialoog en wat daar ontstaat dus belangrijker dan wat eruit komt in de sfeer van adviezen.

Wanneer werkt een dialoog?

Bij een dialoog kan onenigheid bestaan tussen de deelnemers, maar zitten zij niet in een impasse of conflict rond een concreet vraagstuk. Daarom heeft een dialoogbegeleider, in tegenstelling tot een mediator, meer speelruimte om de dialoog te beïnvloeden. In onze begeleidende rol doen we dat door zorgvuldig de retorische kaders van het gesprek te construeren en strategisch te herformuleren om het proces tussen de belanghebbenden te ondersteunen. We staan dus niet buiten de dialoog maar zijn er onderdeel van. Maar zonder een eigen agenda te hebben en mensen op andere gedachten te willen brengen.

Een tweede aspect is dat we oog hebben voor de interactionele context. Mensen komen naar een dialoog en nemen al hun dagelijkse beslommeringen mee. Het liefst wil je dat ze die bij de deur laten en in een andere wereld stappen. Wij helpen hen daarbij door letterlijk de plekken te kiezen die niet alledaags zijn (dus geen systeemplafonds en TL -balken). Stoelen in een kring te zetten zonder tafels. In een prettige ruimte. En door gespreksregels af te spreken over het voeren van een dialoog. Elke keer opnieuw zodat ook nieuwkomers zich de etiquette eigen kunnen maken. Pas dan kunnen ze creatieve partners worden in een verdiepend gesprek.

Naar het overzicht